Rectogesic 4mg Pommade Rectale 30g

• Pijnverlichting bij chronische anale fissuren.

De werkzame stof in dit middel is glyceryltrinitraat. Eén gram zalf voor rectaal gebruik bevat 4 mg glyceryltrinitraat. In de normale dosering van Rectogesic van 375 mg zit ongeveer 1,5 mg glyceriltrinitraat.

De andere stoffen in dit middel zijn: propyleenglycol, lanoline, sorbitansesquioleaat, harde paraffine en witte zachte paraffine.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast Rectogesic nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zelf zonder voorschrift heeft gekocht.

De volgende geneesmiddelen kunnen het bloeddrukverlagend effect van Rectogesic versterken:

• Geneesmiddelen tegen depressie (tricyclische antidepressiva)
• Geneesmiddelen tegen erectiele dysfunctie (impotentie) (sildenafilcitraat, tadalafil, vardenafil)
• Geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk
• Diuretica ('plastabletten')
• Veel gebruikte tranquilizers
• Geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen (isosorbidedinitraat en amyl- of butylnitriet)

Overige geneesmiddelen:

• Acetylcysteïne kan het effect van Rectogesic op de bloeddoorstroming vergroten
• Het effect van heparine (gebruikt bij het onder controle houden van de bloedstolling) kan afnemen bij gelijktijdig gebruik met Rectogesic
• Het effect van alteplase (gebruikt bij de behandeling van hartproblemen) kan afnemen bij gelijktijdig gebruik met Rectogesic
• Het gebruiken van Rectogesic met dihydro-ergotamine (gebruikt bij de behandeling van migraine) kan de werking van dihydro-ergotamine versterken en leiden tot coronaire vasoconstrictie (het vernauwen van de bloedvaten in het hart waardoor het bloed langzamer stroomt)
• Acetylsalicylzuur en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (bepaalde soorten pijnstillers) kunnen de therapeutische werking van Rectogesic wijzigen

1. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Ernstige bijwerkingen:

• Anafylactoïde reactie (allergische reactie, mogelijk met dodelijke afloop, met zwelling van gezicht, lippen, tong of keel, moeilijk ademhalen, kortademigheid of flauwte). Als u één van deze symptomen krijgt, stop dan met het gebruik van de zalf en zoek onmiddellijk medische hulp.

• Allergische huidreacties (mogelijk ernstig). Als u een allergische huidreactie krijgt, stop dan met het gebruik van de zalf en zoek medische hulp.

Andere bijwerkingen:

Zeer vaak (kan voorkomen bij meer dan 1 op 10 mensen)

• Hoofdpijn, kan hevig zijn. Indien hoofdpijn ontstaat als bijwerking moet u alle zalf wegvegen. Als de hoofdpijn onaangenaam is, moet u uw arts vragen of u moet stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel.

Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op 10 mensen)

• Duizeligheid

• Misselijkheid

Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op 100 mensen)

• Diarree

• Overgeven

• Rectale bloedingen, rectale stoornis

• Onbehaaglijk gevoel bij de anus, jeuk of een branderig gevoel in het anale kanaal

• Versnelde hartslag of hartkloppingen

Zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op 1.000 mensen)

• Zwakte bij het rechtstaan

Bijwerkingen met onbekende frequentie (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)

• Licht gevoel in het hoofd, flauwvallen

• Lage bloeddruk

• Irritatie, huiduitslag of pijn op de plaats van toediening

Andere bekende bijwerkingen die in verband zijn gebracht met glyceryltrinitraatproducten (frequentie onbekend)

• Blozen

• Instabiele angina pectoris (pijn op de borst)

• Hoge bloeddruk bij stopzetting van de behandeling

• Methemoglobinemie (symptomen zijn blauwe/paarse verkleuring van de huid en kortademigheid)

Overgevoeligheid voor de werkzame stof 'glyceryltrinitraat' of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen of voor andere organische nitraten.
Gelijktijdige behandeling met fosfodiësterase-type 5-(PDE5-)remmers zoals sildenafilcitraat, tadalafil, vardenafil en andere organische nitraten met stikstofoxide(NO-)donoren, zoals andere langwerkende GTN-producten, isosorbidedinitraat en amyl- of butylnitriet.
Posturale hypotensie, hypotensie of ongecorrigeerde hypovolemie, omdat gebruik van glyceryltrinitraat in dergelijke gevallen ernstige hypotensie of shock kan veroorzaken.
Verhoogde intracraniale druk (bijv. trauma aan het hoofd of cerebrale bloedingen) of onvoldoende cerebrale circulatie.
Migraine of chronische hoofdpijn.
Aorta- of mitralisstenose.
Hypertrofische obstructieve cardiomyopathie.
Constrictieve pericarditis of pericardtamponade.
Merkbare anemie.
Gesloten kamerhoekglaucoom.

Vowassenen

• Tweemaal per dag 2,5 cm zalf
• De behandeling kan worden voortgezet tot de pijn afneemt of maximaal gedurende 8 weken

Toedieningswijze

• De patiënt gebruikt best een vingerbedekking (plastic folie of een vingercondoom) voor het aanbrengen van de zalf
• Met behulp van de doseringslijn wordt 2,5 cm zalf afgemeten op de vinger, die voorzichtig in het anale kanaal gestoken wordt tot aan het gewricht na het eerste vingerkootje om de zalf rondom het anale kanaal aan te brengen